Peterselie is een veelgebruikt keukenkruid. Je kunt het gemakkelijk in de vensterbank of op een balkon telen. Bovendien neemt het weinig ruimte in en het groeit snel en volop.
Peterselie is makkelijk te kweken en uitermate geschikt voor een stadstuin of vensterbank.
Standplaats
De wortels van peterselie kunnen slecht tegen droogte en nattigheid. Kweek je het in een pot, dan is potgrond een prima keuze. Kweek je in de volle grond, zorg dan dat de grond goed vocht kan vasthouden, maar tegelijkertijd een losse structuur heeft.
Een plekje in de halfschaduw werkt het beste, maar peterselie kan ook in de volle zon gekweekt worden.
Kies een stengel met enkele blaadjes en knip deze met een lengte van 10–12 centimeter af.
Steek de stengel 1 centimeter diep in een pot met grond.
Zet je pot met het stekje op een plek waar het alleen indirect zonlicht krijgt.
Houd de grond vochtig.
Na enkele weken is je stekje voldoende geworteld.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
Verzorging
Water geven
Geef ongeveer 2–3 keer per week water.
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Let op dat de grond niet te nat wordt en geef water voordat de grond helemaal droog is.
Peterselie kan er bijna een maand over doen voor het ontkiemt. Daarom kan het handig zijn om de zaden alvast voor te kiemen. Je wint hier een dag of 10 mee.
Methode 1: vochtig zand
Neem een bakje.
Meng de zaadjes met vochtig fijn zand.
Strooi het zand in het bakje.
Zorg ervoor dat je maar een heel dun laagje gebruikt (zo’n 2 millimeter).
Zet het mengsel weg op ongeveer 20 °C.
Houdt het mengsel goed vochtig met een plantenspuit.
Methode 2: weken
Week de zaden 24 uur lang in lauwwarm water.
Als de zaden witte wortelpuntjes krijgen, zijn ze klaar om gezaaid te worden.
Zaaien
Zaai meerdere zaadjes in een pot, zo’n 2–4 millimeter diep.
Dieper zaaien dan 4 millimeter veroorzaakt rot of zorgt ervoor dat de zaailingen niet bovengronds kunnen komen.
Voor een pot van 9 × 9 centimeter gebruik je 4–5 zaden.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
Verzorging
Water geven
Geef ongeveer 2–3 keer per week water.
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Let op dat de grond niet te nat wordt en geef water voordat de grond helemaal droog is.
Zorg ervoor dat je maar een heel dun laagje gebruikt (zo’n 2 millimeter).
Zet het mengsel weg op ongeveer 20 °C.
Houdt het mengsel goed vochtig met een plantenspuit.
Methode 2: weken
Week de zaden 24 uur lang in lauwwarm water.
Als de zaden witte wortelpuntjes krijgen, zijn ze klaar om gezaaid te worden.
Zaaien
Zaai meerdere zaadjes in een pot, zo’n 2–4 millimeter diep.
Dieper zaaien dan 4 millimeter veroorzaakt rot of zorgt ervoor dat de zaailingen niet bovengronds kunnen komen.
Voor een pot van 9 × 9 centimeter gebruik je 4–5 zaden.
Afharden
Zet de planten gedurende twee weken overdag in de buitenlucht om te wennen aan de temperaturen en de wind.
Uitplanten
Plant de peterselieplantjes uit als ze 2–3 blaadjes hebben (de 2 kiemblaadjes niet meegeteld).
Doe je dit later pas, dan gaan de wortels niet goed groeien en daar blijft de plant last van houden.
Zorg dat de grond waarin je plant vochtig is.
Let bij het planten op dat je alleen de wortelkluit onder de grond doet.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
In milde winters blijft peterselie buiten leven. Houd er wel rekening mee dat de plant in het tweede jaar gaat uitlopen om bloeistengels te vormen. De smaak wordt dan minder.
Verzorging
Water geven
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Insectengaas plaatsen
Peterselie groeit beter als je afdekt met insectengaas. De plant heeft dan geen last van insecten en vergelingsziekte.
Zorg ervoor dat je maar een heel dun laagje gebruikt (zo’n 2 millimeter).
Zet het mengsel weg op ongeveer 20 °C.
Houdt het mengsel goed vochtig met een plantenspuit.
Methode 2: weken
Week de zaden 24 uur lang in lauwwarm water.
Als de zaden witte wortelpuntjes krijgen, zijn ze klaar om gezaaid te worden.
Zaaien
Zaai in rijen met 30 centimeter afstand tussen de rijen. Zaai de zaden zo’n 2–4 millimeter diep.
Dieper zaaien dan 4 millimeter veroorzaakt rot of zorgt ervoor dat de zaailingen niet bovengronds kunnen komen.
Uitdunnen
Dun de rijen uit zodat er per rij nog maar 1 plantje per 10 centimeter staat.
Uitplanten
Plant de peterselieplantjes uit als ze 2–3 blaadjes hebben (de 2 kiemblaadjes niet meegeteld).
Doe je dit later pas, dan gaan de wortels niet goed groeien en daar blijft de plant last van houden.
Zorg dat de grond waarin je plant vochtig is.
Let bij het planten op dat je alleen de wortelkluit onder de grond doet.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
In milde winters blijft peterselie buiten leven. Houd er wel rekening mee dat de plant in het tweede jaar gaat uitlopen om bloeistengels te vormen. De smaak wordt dan minder.
Verzorging
Water geven
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Insectengaas plaatsen
Peterselie groeit beter als je afdekt met insectengaas. De plant heeft dan geen last van insecten en vergelingsziekte.
Peterselie kan er bijna een maand over doen voor het ontkiemt. Daarom kan het handig zijn om de zaden alvast voor te kiemen. Je wint hier een dag of 10 mee.
Methode 1: vochtig zand
Neem een bakje.
Meng de zaadjes met vochtig fijn zand.
Strooi het zand in het bakje.
Zorg ervoor dat je maar een heel dun laagje gebruikt (zo’n 2 millimeter).
Zet het mengsel weg op ongeveer 20 °C.
Houdt het mengsel goed vochtig met een plantenspuit.
Methode 2: weken
Week de zaden 24 uur lang in lauwwarm water.
Als de zaden witte wortelpuntjes krijgen, zijn ze klaar om gezaaid te worden.
Zaaien
Zaai in rijen met 30 centimeter afstand tussen de rijen. Zaai de zaden zo’n 2–4 millimeter diep.
Dieper zaaien dan 4 millimeter veroorzaakt rot of zorgt ervoor dat de zaailingen niet bovengronds kunnen komen.
Uitdunnen
Dun de rijen uit zodat er per rij nog maar 1 plantje per 10 centimeter staat.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
In milde winters blijft peterselie buiten leven. Houd er wel rekening mee dat de plant in het tweede jaar gaat uitlopen om bloeistengels te vormen. De smaak wordt dan minder.
Verzorging
Water geven
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Insectengaas plaatsen
Peterselie groeit beter als je afdekt met insectengaas. De plant heeft dan geen last van insecten en vergelingsziekte.
Kies een stengel met enkele blaadjes en knip deze met een lengte van 10–12 centimeter af.
Steek de stengel 1 centimeter diep in een pot met grond.
Zet je pot met het stekje op een plek waar het alleen indirect zonlicht krijgt.
Houd de grond vochtig.
Na enkele weken is je stekje voldoende geworteld.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
In milde winters blijft peterselie buiten leven. Je kunt de pot ook altijd binnen halen, dan weet je zeker dat je kunt blijven oogsten. Houd er wel rekening mee dat de plant in het tweede jaar gaat uitlopen om bloeistengels te vormen. De smaak wordt dan minder.
Verzorging
Water geven
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Insectengaas plaatsen
Peterselie groeit beter als je afdekt met insectengaas. De plant heeft dan geen last van insecten en vergelingsziekte.
Peterselie kan er bijna een maand over doen voor het ontkiemt. Daarom kan het handig zijn om de zaden alvast voor te kiemen. Je wint hier een dag of 10 mee.
Methode 1: vochtig zand
Neem een bakje.
Meng de zaadjes met vochtig fijn zand.
Strooi het zand in het bakje.
Zorg ervoor dat je maar een heel dun laagje gebruikt (zo’n 2 millimeter).
Zet het mengsel weg op ongeveer 20 °C.
Houdt het mengsel goed vochtig met een plantenspuit.
Methode 2: weken
Week de zaden 24 uur lang in lauwwarm water.
Als de zaden witte wortelpuntjes krijgen, zijn ze klaar om gezaaid te worden.
Zaaien
Zaai meerdere zaadjes in een pot, zo’n 2–4 millimeter diep.
Dieper zaaien dan 4 millimeter veroorzaakt rot of zorgt ervoor dat de zaailingen niet bovengronds kunnen komen.
Voor een pot van 9 × 9 centimeter gebruik je 4–5 zaden.
Oogsten
Knip takjes af om ze te oogsten.
Oogst alleen stelen die 3 of meer blaadjes hebben (dus 2 of meer vertakkingen vanaf de grond).
Knip de stelen dicht bij de grond af om te zorgen dat de plant nieuwe stelen gaat maken. Zo wordt je peterselieplant veel voller en kun je in de toekomst nog vele malen meer oogsten.
Knip takjes van de buitenkant van de plant. Hier zitten namelijk de oudste takjes. Zo moedig je de plant aan om zijn energie te steken in de jonge takjes.
In milde winters blijft peterselie buiten leven. Je kunt de pot ook altijd binnen halen, dan weet je zeker dat je kunt blijven oogsten. Houd er wel rekening mee dat de plant in het tweede jaar gaat uitlopen om bloeistengels te vormen. De smaak wordt dan minder.
Verzorging
Water geven
Let bij het watergeven op dat de grond niet dichtslaat. Anders kunnen de wortels afsterven.
Insectengaas plaatsen
Peterselie groeit beter als je afdekt met insectengaas. De plant heeft dan geen last van insecten en vergelingsziekte.
Teeltinformatie
Geschikt voor pot/bak: ja
Zaaidetails
Ideale kiemtemperatuur: 15–25 °C
Kiemduur: 15–30 dagen
Zaaidiepte 10–20 mm
Planteigenschappen
Hoogte: 15 – 20 cm
Breedte: 10 – 15 cm
Zonbehoefte: halfschaduw tot volle zon
In de keuken
Peterselie wordt gebruikt als smaakmaker in soepen en sauzen. Het is ook een belangrijk ingrediënt van kruidenboter. Bij verhitting verliest het zijn smaak, dus voeg het bij warme gerechten pas op het laatst toe.
Bewaren
In de koelkast: 2 dagen In de koelkast: 1 week Vriezer (−18 °C): 1 jaar Gedroogd: 3 jaar
In de koelkast kun je peterselie 2 dagen bewaren door een bosje in te pakken in een vochtig velletje keukenpapier, een plastic zakje of vershoudfolie.
Als je hele takjes in water legt, kun je het zelfs een week in de koelkast bewaren.
Ook kun je peterselie invriezen. Hak het dan heel erg fijn, doe het met water in ijsblokjesvormpjes en vries het in. Zo blijft het maximaal een jaar vers. Wel gaat de knapperigheid op deze manier verloren
Je kunt peterselie ook drogen. Dan is het het langst houdbaar, maar verliest het wel wat smaak. Hang bosjes peterselie twee weken lang ondersteboven in een droge, goed geventileerde ruimte. Zorg dat het er donker en warm is.